ELEONORA VERBEKE (1713 – 1786)
Sinds 13 april is het pleintje bij de kruidentuin naast de apotheek van het Sint-
Janshospitaal naar haar vernoemd. Toepasselijker kan haast niet: deze vrouw wist alles van kruiden.
Eleonora Verbeke, zuster-apothekeres in het Sint-Janshospitaal, was de eerste van de auteurs van
het zogenaamde ‘Winckelbouck’. In dit werkboek, beschreef zij vanaf 1751 allerlei recepten voor
geneeskundige bereidingen, maar ook voor alledaagse zoete recepten. Je leert in het boek onder
meer hoe de zusters marmelades of gelei van jeneverbessen maakten. Het boek is helemaal
geschreven in het Brugs. Er is sprake van: dooren van eijers, Veneetschen termetijn, ongepint wasch,
ongesouten swyne vlaege, roo roosen, robarbe, queepeiren, keisen en genivers, van een tallioore, een
seefde en een passe. Verder staat er: doet het in de passe en passet stijf uijt, roeren met een houtte
spaeijken, een walleken op laeten commen, mingelen, rullen. Tenslotte is er: een bardelken, een
ruijmerken, een steertepanne, een casserolle op een cafoir, een solverpriemken, een koecktje van
ruggemeel, een brocktje, een salve voor de crauwte, een camerijckx, doekcxken, enz. enz. De
recepten zijn opgetekend in een relatief makkelijk leesbaar handschrift en zelfs de Latijnse woorden
krijgen een Brugse tongval. Het document is ook heel interessant om de volksbenaming van
allerhande kruiden te kennen. Het boek heeft dan ook meer taalkundige dan geneeskundige waarde.
Je kan er ook recepten in terugvinden voor de bereiding van allerhande suikerwaren, die vroeger tot
het monopolie van de apotheker behoorden: om amandel bisquyt te backen, om maccarons te
backen, om marmelade te maecken, om herten te maecken, om keisen te confijten, om campaene te
maecken. Zelfs een formule om punch te maken wordt niet vergeten.
Het boek ligt in het apotheekmuseum van het Sint-Janshospitaal. Ter ere van Eleonora Verbeke werd
een geurenzoektocht voor kinderen ontwikkeld op basis van haar receptenboek. Helaas zijn er geen
portretten meer van deze grande dame, maar je kan wel een idee krijgen van wat ze rook, toen ze
eeuwen terug in haar vijzels en potten roerde. (Bron: Erfgoed Brugge)